Provincie corrigeert aannames college van B&W over bouwplannen Vlietland
Als burgerinitiatief Vlietland uitten wij eind december onze zorgen over een raadsbrief waarin het college van B&W van Leidschendam-Voorburg ons voorstel voor het nemen van een voorbereidingsbesluit afwijst. Wij vonden de onderbouwing van hun argumenten in die brief niet overtuigend en hebben daar de nodige vragen over gesteld. Ruim een maand later wachten we nog altijd op antwoorden van het college. Een aantal van onze vragen is inmiddels wél beantwoord in de brief die commissaris van de Koning in Zuid Holland Jaap Smit het college stuurde.
Onjuiste voorstelling van zaken
Het college stelt in de raadsbrief dat het plan aan het provinciaal beleid voldoet. De provincie geeft in haar zienswijze echter aan dat nog onvoldoende duidelijk is of de ruimtelijke kwaliteit van het gebied intact blijft na de uitvoering van het plan en dat er onvoldoende inzicht is in de risico’s die het bouwen van het park met zich meebrengt als het gaat om klimaatverandering. De aanname van het college op dit vlak klopt dus niet, aldus de provincie: “De punten die hierin zijn benoemd zullen beantwoord moeten worden, waarna de Provincie kan bepalen of het plan met de aanpassingen in het ontwerp past binnen het vigerende provinciale beleid.”
Aannames
In de brief van B&W van december wordt ook gesteld dat de provincie mogelijk de gemeenteraad kan dwingen het bestemmingsplan vast te stellen of zelf een inpassingsplan kan maken en daarmee de gemeente passeren. Wij vroegen het college of het bij de provincie heeft nagevraagd of zij van plan is dit te doen of dat er sprake was van een aanname. Deze vraag is nu eveneens door de provincie zelf beantwoord: “Ook wekt u in uw brief de indruk dat er een verwachting is dat er provinciale dwang komt richting uw gemeenteraad waar het gaat om het vaststellen van dit bestemmingsplan. Wij weten niet waar u dat op baseert.” Het blijkt dus een aanname van het college .
Ruimte voor een democratisch besluit
De provincie hecht eraan te benadrukken dat de privaatrechtelijke rol die de provincie heeft als eigenaar van de grond strikt gescheiden is van de publiekrechtelijke rol als onder ander de bewaker van een goede ruimtelijke ordening. Ze geven daarnaast aan dat “het beleidsmatig niet uitsluiten van de ontwikkeling van een verblijfsrecreatiepark op deze locatie iets anders is dan het actief voorstaan van een dergelijke ontwikkeling.” Dat betekent dat de provincie de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg alle ruimte geeft om dat te doen waar ze voor zijn: hun kiezers vertegenwoordigen en de belangen van álle betrokkenen meewegen bij de besluitvorming over het conceptbestemmingsplan. Ongehinderd dus door enige vorm van dwang.
Noodzaak voor een second opinion
Wat ons betreft bewijst deze brief van de provincie opnieuw de noodzaak voor een gedegen second opinion door een onafhankelijke partij over de stellingnames van het college in de raadsbrief van december. Het college lijkt daarin namelijk nog een aantal aannames te doen die niet onderbouwd worden met jurisprudentie, wet- en regelgeving of andere overtuigende argumentatie. De angst voor de kans op een schadeclaim is daarin de kern. Daarnaast zijn onze vragen over dit soort onduidelijkheden en aannames al vaker niet snel en adequaat beantwoord. Zo is ten onrechte de indruk gewekt dat er geen privaatrechtelijke overeenkomsten tussen de gemeente en ontwikkelaar en exploitant bestonden, terwijl dat later wel zo bleek te zijn. Alles bij elkaar leidt het tot een toenemende onduidelijkheid in dit dossier.
We willen daarom benadrukken dat we ons gehoord en serieus genomen voelen door de provincie en de commissaris van de Koning. En we zijn blij met alle steun die we de afgelopen tijd hebben gekregen van maatschappelijke organisaties en diverse politieke partijen bij de verschillende overheden. We hopen dat het college van B&W van de gemeente Leidschendam-Voorburg de brief van de provincie ter harte neemt en alle ruimte aan de gemeenteraad laat voor het nemen van een onafhankelijk besluit over Vlietland. Rekening houdend met de belangen van alle betrokkenen en die van huidige en toekomstige generaties.
Deze uitbreiding op deze schaal in het weinige groengebied dat hier in Voorschoten en Leiden te vinden is op dit moment van verduurzaming en actualiteit van nu niet meer verantwoord!
Het plan stamt van 2005 heb ik begrepen toen speelde er nog weinig bewust zijn over dit onderwerp.
Dit is het risico van trage besluitvorming. Dus stoppen met dit project.
De mens wordt slachtoffer van te weinig natuur om zich heen zeker in deze overvolle randstad